Preek 10 november 2019

‘Wees niet bang meer, akkers’ Joël 2:21

Gemeente van onze Heer Jezus Christus

We zien hier vandaag de overvloed van de oogst. Fruit, groente, boodschappen. Een overvloed van goede gaven, van denken aan de ander. Van inzamelen voor anderen. En dat maakt ons blij, dat heeft iets vrolijks omdat allemaal bij elkaar te zien.
Dat doe je met elkaar – geloven is doen, bewegen, dingen doen voor je naaste, acties organiseren. En zo hier voor in de kerk maken we dat zichtbaar in onze gemeenschap.
Danken we God daarvoor en vragen hem om zijn zegen.

En tegelijk aan de andere kant doen we dit vanuit de zorgen die er zijn. Zorgen bij mensen om tekorten die er zijn. Zorgen om het vangnet in de samenleving dat soms op zoveel punten tekort schiet. Dat mensen geen hulp kunnen krijgen of niet de juiste hulp krijgen. Dat mensen in armoede leven en niet rond kunnen komen. En wat we hier doen vandaag is heel erg nodig en structureel nodig – en dat is eigenlijk niet iets waar je vrolijk van wordt als je dat goed beseft. De zelfredzaamheid van alle mensen die op alle vlakken door de politiek gepredikt wordt, daar zien we hier voor in de kerk de schaduwzijde van, de andere kant. Want zelfredzaamheid is goed, maar er zijn zo veel situaties dat dat niet lukt en dat je dat eigenlijk niet mag of kan verwachten van mensen. Soms is er gewoon echt hulp nodig.

En zo zijn er hier in onze eigen gemeente ook zorgen en problemen. Persoonlijke zorgen door ziekte en slechte berichten en uitslagen. Zorgen voor de toekomst. De problemen van de samenleving raken ons allemaal, de tekorten in het onderwijs, de tekorten in de zorg, de problemen in de jeugdzorg. Dat er niet altijd de juiste zorg geleverd kan worden. Dat mensen het zwaar hebben door stress en werkdruk.

Er zijn zorgen bij de boeren om de keuzes die gemaakt worden rond de stikstofproblematiek. Wat gaat dit betekenen voor je bedrijf, wat je hebt opgebouwd? Hoe moet dat verder in de toekomst? En misschien eten we er nog geen boterham minder om, maar toch grote zorgen als je net grote investeringen hebt gedaan met de beste bedoelingen en om je aan allerlei regels te houden en is het toch niet genoeg of goed genoeg? Hoe zit het nou, wat moeten we hiermee en waar zijn we aan toe?
Waar is er nog waardering voor het werk dat je doet met je vee, met je land, waardering voor je manier van leven?

Als we vandaag de oogst zien hier voor in de kerk – dan hoort dit allemaal ook bij dat verhaal. En dat is dus niet alleen het romantische verhaal over het groene gras in onze prachtige polders en de goede opbrengst, maar dit drukt ons ook met onze neus op de feiten van alle problemen in de samenleving. En de grote problemen in de wereld: oorlogen, spanningen, honger en armoede, mensen op de vlucht en de klimaatverandering.

Hoe wij leven, hoe wij onze samenleving organiseren, dat staat onder druk en dat geeft onzekerheid en spanning.

En met dit allemaal in ons hoofd – lezen we de profeet Joël vanmorgen. En daar in die samenleving, in die tijd is er ook van alles aan de hand. Ik denk niet dat het toen ook al ging over stikstof of Pfas. Geen idee of die stoffen toen ook al in de lucht zaten. Het is een heel andere tijd dan de onze, geen trekkers op het Malieveld of bulldozers.

Maar wel problemen: er heerste droogte in het land Israël, door een groot tekort aan regen. En door die droogte was er een tekort aan voedsel. Er was een sprinkhanen plaag geweest, de sprinkhanen hebben het hele land kaal gevreten. Het land zag er gehavend en verlaten uit. De wijnstok is verdroogd, de vijgenboom verdord en verdord is ook de vreugde onder de mensen schrijft de profeet Joël.
Hoor hoe het vee loeit, runderen dolen maar rond want nergens kunnen ze meer grazen. Het groen voor het vee is door vuur verteerd. Dat was de situatie en in deze situatie roept God zijn volk op via zijn profeet om naar hem terug te keren.
En geeft hij hen zijn belofte opnieuw, een belofte van herstel. Joël preekt verlossing na alle ellende van de droogte, na de sprinkhanenplaag. Het land vreesde in al die ellende voor de dag van de Heer, voor het oordeel en nu komt het woord van God tot het volk. En in plaats van oordeel – klinkt er belofte en klinkt er hoop.

En dat is mooi en dat biedt een richting. Ook in onze zoektocht vanmorgen. Als wij hier in deze oogstdienst geconfronteerd worden met de grote zorgen die er zijn. Want op die grote complexe problemen van stikstof en pfas en klimaat, daar kan ik in de Bijbel geen duidelijk antwoord op vinden of een oplossing. Maar Gods woord kan ons wel een richting geven of een weg wijzen, dat geloof ik echt.

En die richting zit in die woorden van de profeet: wees niet bang meer, zegt hij. En dan spreekt hij als eerste rechtstreeks tot de akkers. Tot de aardbodem zelf. Die akkers die droog waren, kurkdroge grond waar het zaad wel in ligt, maar het doet niks. Want er is geen regen en dus geen groei. De vruchtbaarheid van de bodem, de biodiversiteit dat is de eerste voorwaarde voor het voedsel van de mens. De akkers worden aangesproken, wees niet meer bang, nee ze mogen blij zijn en jubelen. Want de Heer doet grote dingen.

En dan de dieren, wees niet meer bang, want een kleed van groen bedekt de woestijn. Dat betekent dat er weer gras zal groeien, dat de dieren weer kunnen grazen. De bomen dragen vrucht, de wijnstok en vijgenboom.

Het is een belofte van herstel en die belofte zie je om je heen. Groene weiden, grazige weiden. De land herstelt zich van de droogte en wordt weer vruchtbaar.

En het bijzondere aan deze tekst is dat dat herstel begint op de grond. Wij zouden verwachten dat God als eerste de mens aanspreekt. De mens met al zijn zorgen, die daaronder gebukt gaat. De mens die roept om een oplossing, de mens die demonstreert en de mens die soms ook doorschiet in bedreiging en geweld uit boosheid en onmacht.

Gods belofte, Gods herstel begint op de grond. Op de aardbodem, heel basaal is dat. De aarde, de bodem. Misschien wel bij de bodem van het stuk gereden Malieveld, vergeef me de vergelijking, maar dat beeld kwam bij me op. Het begint op de grond, heel basaal, heel aards.
En dat is niet zweverig bedoeld, maar basaal en alles omvattend.
In Gods woord en in het Oude Testament daarin merk je een soort alomvattendheid. Zoals we zongen aan het begin van deze dienst: de aarde en haar volheid zijn, des Heren koninklijk domein. God is net zo goed Heer van de aarde, als van de dieren, als van de mensen. Dat is één geheel, één domein, dat hoort bij elkaar en kan niet zonder de zegen van God. Heel de schepping.
Zo werkt het in Gods ecosysteem. Daar is een basale alomvattendheid. En dat hoort allemaal bij het verbond en bij het geloof van het volk Israël. Het één heeft betrekking op het ander. Als er droogte is dan is er geen opbrengst van het land en dat betekent ook naast geen voedsel, geen graan of wijn of dieren om te kunnen offeren. En dat betekent dat de tempeldienst stil valt, dat er geen feesten gevierd kunnen worden, dat je je dank niet kan brengen bij God. Dan valt het hele leven stil – en dat is alomvattend, het leven van God met zijn volk, het religieuze leven ook dat valt stil.
Zo ver gaat dat, zo zit dat in elkaar en grijpt dat allemaal op elkaar in.

En die gedachte, die zijn wij denk ik wel eens kwijt. Wij staan meer rechtop boven op de aardbodem en denken er in boven in ons hoofd heel veel over na. En er is een heel leger beleidsmaker bezig met alle grote problemen – en dat moet ook, begrijp me niet verkeerd. Maar denken en doen hoort bij elkaar. Het concrete probleem met je eigen ogen zien en aan den lijve voelen.

Zoals God rechtstreeks spreekt tot de aarde zelf, tot de dieren. Daar waar het probleem is, daar waar de droogte is. Daar begint hij met herstel. Heel basaal. Hij heeft dezelfde belofte voor de akkers, voor de dieren en voor de mens: wees niet bang. Vrees niet!

Wees niet bang, wees blij en jubel. Want de Heer doet grote dingen! Hij geeft regen op de juiste tijd, vroege regen en late regen. Hij zal vergelden de oogst van jaren, alles wat mislukte, de ellendige jaren die je hebt gehad. De droogte en de sprinkhanen. Wees niet bang – God geeft verlossing.

En dat is mooie vanmorgen in deze oogstdienst: dat we eigenlijk ook heel basaal bezig zijn. Hier met al die boodschappentassen op de grond. Dat is niet in boven in je hoofd allerlei problemen met nieuwe ingewikkelde regelgeving oplossen, maar heel basaal doen wat je kunt. Voorzien in de nood die er is, in de vraag die er is en aan ons wordt gesteld.

Kijk basaal om je heen – met je handen in de grond – wat is daar nodig en waar kan ik helpen, wat kan ik bijdragen? Voor de aarde, voor de dieren en voor de mensen – Gods kinderen. Basaal in het geloof, vinden wat je hand kan doen, zo Gods koninkrijk zoeken en zijn gerechtigheid doen.

En wees niet bang! In alles wat er speelt en in alles wat wij meemaken, in alles wat wij lijden. Is het dat wat klinkt vanmorgen: wees niet bang. Het zijn de woorden van Jezus zelf. Wees niet bang, ik ben met jullie. God in ons midden, aanwezig en nabij. Hij laat ons niet los, hij laat ons niet vallen. Hij wil ons verlossen elke keer opnieuw. Bij hem is vergeving en verzoening. Hij geeft ons zijn Geest en zo geeft hij vernieuwing en richting en nieuwe wegen, onvermoede wegen. Zo leidt hij ons naar zijn toekomst.

Wees niet bang en houd moed. Heb geduld tot de Heer komt. En Hij zal zeker komen en verlossing brengen.

Amen

Haastrecht, 10 november 2019

Reacties zijn gesloten.