Preek 24 februari 2019

Lucas 7:6 ‘Jezus ging samen met hen op weg’ 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus

Het aparte van dit verhaal is dat de centurio, de hoofdman en Jezus elkaar niet persoonlijk ontmoeten. Ze kringelen om elkaar heen, zijn in gesprek met elkaar, maar niet direct, face to face. Om dit verhaal helder te krijgen heb ik allerlei schetsjes met pijltjes zitten tekenen, om inzichtelijk te krijgen hoe de lijnen lopen, wie wanneer aan het woord is, wie in beweging komt. Ik ga proberen om dat helder te krijgen:

Jezus komt de stad Kafarnaüm in. De hoofdman (ik vind dit een makkelijker woord dan centurio) woont daar en heeft een slaaf die ernstig ziek is en hij is erg op deze slaaf gesteld. Hij hoort over Jezus en stuurt enkele joodse leiders naar hem toe. Dat is de eerste beweging. Zij moeten vragen of Jezus naar hem wil komen om zijn slaaf van de dood te redden.
Een beweging vanuit de hoofdman, hij stuurt mensen naar Jezus om te vragen of Jezus in beweging naar hem wil komen.

En dan gaat Jezus op weg naar de hoofdman samen met die joodse leiders. Dus nu komt Jezus in beweging naar de hoofdman toe, naar zijn huis toe waar die zieke slaaf is. Dus pijl de andere kant op. Het contact is gelegd door de mensen die de hoofdman heeft gestuurd en Jezus gaat in op het verzoek.

En als hij bijna bij het huis is, dan is er een derde beweging, vanuit de hoofdman, hij stuurt opnieuw mensen, naar Jezus toe met een boodschap. Spaar u de moeite, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt. Dus de beweging van Jezus naar de hoofdman toe, wordt onderbroken door een beweging vanuit de hoofdman om te voorkomen dat Jezus daadwerkelijk onder zijn dak komt.

En daar – in deze ontmoeting van Jezus en de vrienden van de hoofdman, na de boodschap die zij overbrengen, dan gebeurt het , want als de vrienden weer naar het huis terugkeren, treffen ze de slaaf aan in goede gezondheid. Dat is de laatste beweging – de vrienden keren terug naar het huis, na de ontmoeting met Jezus.

Volop beweging dus – maar de twee hoofdpersonen van het verhaal, Jezus en de hoofdman, ontmoeten elkaar niet face to face.

Wonderlijk, het gaat een beetje ingewikkeld zo, ze cirkelen om elkaar heen.
En ook weer mooi – als je zulke vrienden hebt, die voor jou, voor jouw nood naar Jezus gaan. En aandringen, hij is het waard, hij verdient het dat u dit voor hem doet.

En nog mooier als je bedenkt dat het iemand is die niet uit het joodse volk komt. Deze centurio, hoofdman, legeroverste kwam uit een Romeins garnizoen dat waarschijnlijk bij Kafarnaüm gelegerd was. Een vreemdeling, niet een jood, maar wel iemand die het joodse volk goedgezind was. Geen vijand van het volk, maar iemand met interesse voor het joodse geloof, interesse in de wet en de moraal van het jodendom. En die interesse is zo serieus dat hij mede een synagoge heeft laten bouwen. Deze man is het waard dat u dit voor hem doet.

Als je dit zo leest en hoort – dan is dat zo positief. Hoe er gepraat wordt over deze hoofdman. Hij heeft liefde voor het joodse volk, zeggen die joodse leiders. Deze vreemdeling heeft liefde voor ons volk, hij heeft zelfs een synagoge laten bouwen.
En ik zat te denken – zou dat nu in deze tijd, in onze media, in onze politiek, ook zo gezegd worden? Ik ben bang van niet. Een vreemdeling uit het buitenland die investeert in een geloofsgemeenschap, volgens mij wordt dat tegenwoordig al als verdacht gezien. Beïnvloeding, potentieel terrorisme. Er wordt tegenwoordig veel gedacht vanuit tegenstellingen en angst.
En juist ook de laatste tijd weer telkens die berichten dat racisme en anti-semitisme nog springlevend zijn. En ook steeds vaker weer voorkomen: joodse instellingen worden beklad met leuzen, mensen van joodse komaf worden uitgescholden. Bedreigingen. Het is niet voorbij, het gaat nooit voorbij. Het gebeurt weer en voor je het weet, wordt het genormaliseerd. Dat is eng, blijkbaar vergeten we de geschiedenis. Leren we niet van het verleden. Laten we opletten met elkaar, niet vergeten. Dat mag nooit meer gebeuren.

Vijandschap brengt je nooit verder. Heb je vijanden lief, zegt Jezus. Bid voor wie jullie slecht behandelen. En dat is niet simpel, dat is misschien wel de moeilijkste opdracht van het evangelie, maar wel de kern. De kern van het evangelie, de kern wie Jezus is en hoe het gaat in Gods koninkrijk dat in hem is begonnen. En ook hier in dat cirkelen rond Jezus, in al die bewegingen zien we dat.

Die liefde brengt de hoofdman verder met zijn vraag, met zijn nood. Niet het creëren van tegenstellingen en het aandikken van verschillen, brengt je verder in het leven en in het geloof. Maar het zoeken van verbindingen, van aanknopingspunten, en dat is geven om een ander, een ander op waarde schatten, moeite doen voor een ander, even iets doen voor een ander, een boodschap overbrengen. Als die joodse leiders hadden gezegd: we zijn gestuurd door die gekke vreemdeling, geïnteresseerd in ons geloof, ja dat wel, maar we vertrouwen het niet helemaal en hij loopt maar te strooien met zijn geld in goede doelen, maar is dat wel uit goede bedoelingen, we weten het niet, wil hij niet vooral invloed en macht?
Dat klinkt heel anders – dan breng je iemand niet dichterbij, daarmee win je iemand niet voor het geloof of voor de kerk.

Iets anders dat opvalt: mensen hebben elkaar nodig om bij Jezus te komen. Die hoofdman komt namelijk niet zelf naar Jezus toe. Hij stuurt mensen naar Jezus toe, vertrouwelingen, vrienden, boodschappers. Al die bewegingen in de tekst worden door anderen gemaakt, die spreken namens de hoofdman.
Mensen hebben elkaar nodig. Zo werkt het ook in de gemeente. Dat is het ideaal: dat we omzien naar elkaar en zien waar er nood is. Dat we weten van elkaar, met die gaat het niet zo goed en dat doorgeven aan elkaar, aan de ouderling, aan de predikant. En daar werken we met z’n allen hard aan, dat we weten van elkaar hoe het is, dat niemand vergeten wordt. Want hij of zij is het waard, je bent van waarde voor God. Dat is de grondgedachte en het is mooi om te ontdekken hier in de gemeente dat dat leeft, die betrokkenheid.

Je hebt soms andere mensen nodig om tot Jezus te komen. Soms ook omdat je op afstand zit en die afstand tot de kerk, tot de gemeente, letterlijk tot het kerkgebouw niet kunt overbruggen. Er zijn mensen die bij de gemeente horen, voor wie de drempel van de kerk te hoog is, hoe open en gastvrij wij ook zijn. Als je om wat voor reden dan ook, al jaren niet meer naar de kerk komt, dan is het ontzettend moeilijk die stap weer te zetten. Want wat zullen ze wel denken van me, wat zullen ze zeggen, ik kan daar toch niet ineens weer gaan zitten. Er zijn mensen – die net als de hoofdman erom heen cirkelen, ze willen wel, maar hoe en wanneer ga je dat dan doen?
En misschien zenden zij ook wel boodschappen uit, net als die hoofdman doet, maar het is wel de kunst voor ons om dat te zien, dat goed te verstaan. Voordat wij met onze acceptgiro van kerkbalans op de stoep staan of met een vragenlijst of je nog wel bezoek wenst, als dat de enige manier is waarop we als kerk weer contact maken. Tja, dan zou mij de moed soms ook wel in de schoenen zakken. En we doen dat, natuurlijk met de beste bedoelingen, maar besef en bedenk altijd – dat er genoeg opening blijft, uitnodiging blijft om werkelijk weer in verbinding te komen met de kerk.

De hoofdman blijft zelf op afstand – hij zendt anderen naar Jezus toe. En hij geeft daar een reden voor: Heer, ik ben niet waard dat u onder mijn dak komt, maar spreek slechts één woord en mijn knecht zal gezond worden.
Hij voelt zich niet waardig genoeg om Jezus in zijn huis te ontvangen. Daarmee geeft hij aan dat het niet om hemzelf gaat, dat hij zijn positie kent, misschien ook wel dat hij weet dat hij als heiden, als niet-jood, niet in eerste instantie bij het volk van het verbond hoort. Afstand, waardigheid, besef van heiligheid, dat hoort ook bij geloof. Niet gelijk er bovenop springen, niet iedereen staat graag vooraan, de meeste mensen zelfs liever niet. De hoofdman blijft op afstand, maar tegelijk geeft hij wel blijk van geloof en vertrouwen in Jezus.

Doe geen moeite, maar u hoeft maar te spreken en mijn knecht zal genezen zijn. Letterlijk staat er: spreek slechts één woord. Eén woord van de Heer is al genoeg.
En daarmee stelt hij zich op afstand onder het gezag van de Heer. Hij laat zien in zijn woorden dat hij weet dat Jezus de Heer is, dat hij macht heeft om te genezen. Dat hij gelooft in zijn woorden. En juist heel vanzelfsprekend geeft hij dat aan: ook ik ben iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer soldaten onder zich heeft. Als ik zeg kom, dan komt hij. En op diezelfde manier gelooft, erkent de hoofdman dat Jezus gezag heeft over hem. Dat is geloof, bij Jezus horen, weten dat je het daar vindt bij hem. Liefde, genezing, vrede, vergeving en vernieuwing van je leven.

Daar bij Jezus gaat het leven open. Daar is de ruimte van Gods koninkrijk – en Lucas laat dat duidelijk zien in zijn evangelie. Juist bij de vreemdeling, een hoofdman, niet uit het joodse volk, daar vindt Jezus een groot geloof. Hier is het al Pinksteren – het feest van de Geest – als het woord van God tot alle mensen in alle landen gaat. In Jezus en in zijn woorden is er geen uitsluiting, geen begrenzing, zijn er geen voorwaarden of kleine lettertjes. Jezus roept ons tot de ander, en ras of huidskleur, arm of rijk, je geaardheid, man of vrouw, daar is geen scheidingslijn.

Want hij gaat samen met ons op weg – telkens weer en zijn woorden overbruggen de afstanden die mensen scheppen, zijn woorden overbruggen de verschillen en tegenstellingen die wij zien. Ook in de kerk geldt dat. Hij gaat samen met ons op weg.

En waar het werkelijk om gaat – is de verbinding met Jezus. De hoofdman vindt die verbinding met Jezus in zijn leven, heel verrassend, zonder hem te ontmoeten. Geloven zonder te zien, maar weten van de liefde van Jezus, en weten en doen, de kans pakken als je hoort over Jezus en je hebt iets nodig, want je knecht is ziek en daar ben je op gesteld. In die situatie is er iets nodig en dan een plan hebben, een opening zien, geloof hebben, hopen en je in verbinding stellen met Jezus, met God door andere mensen, door gebed, zoeken en je steeds weer laten vinden. Want God is altijd naar ons op zoek.

Amen
Haastrecht – 24 februari 2019

Reacties zijn gesloten.